Naar de hoofdinhoud

Waarden omrekenen en vergelijken tussen speeksel- en bloedtesten

Kan ik mijn speekselresultaten voor cortisol/DHEA/testosteron/oestrogeen & progesteron in ng/mL of nmol/L ontvangen?

Idha avatar
Geschreven door Idha
Meer dan een week geleden bijgewerkt

Wanneer u hormonen test zoals cortisol, DHEA, testosteron, oestrogeen of progesteron, is het belangrijk om te weten dat speeksel- en bloedtesten verschillende vormen van deze hormonen meten — en dat de waarden daarom niet direct met elkaar vergeleken of omgezet kunnen worden.

  • Speekseltesten meten het vrije (bio-beschikbare) hormoon — het deel dat actief is en door het lichaam kan worden gebruikt.

  • Bloedtesten (serum of plasma) meten meestal het totale hormoonniveau — zowel het vrije deel als het inactieve, aan eiwitten gebonden deel.

Omdat het vrije hormoon slechts een klein deel vormt van de totale hoeveelheid, zullen speekselwaarden van nature veel lager zijn dan bloedwaarden — en ze worden daarom in verschillende eenheden uitgedrukt.

Verschillende testmethoden = verschillende gevoeligheid

Speekselmonsters worden meestal geanalyseerd met methoden die geoptimaliseerd zijn voor zeer lage hormoonconcentraties (bijv. pg/mL of pmol/L).

Bloedmonsters daarentegen zijn geschikt voor het meten van hogere concentraties en gebruiken eenheden zoals ng/mL of nmol/L.

Geen directe omzetting mogelijk

Aangezien speeksel- en bloedtesten verschillende biologische componenten meten met verschillende technologieën, bestaat er geen betrouwbare formule om waarden tussen beide om te rekenen.

Daarom gebruikt elke test de eenheden die het meest geschikt zijn voor de specifieke analysemethode, zodat de resultaten nauwkeurig en betekenisvol zijn.

Wij presenteren uw resultaten altijd in de meest relevante eenheid voor de gebruikte methode, samen met een referentiebereik waarmee u de waarde correct kunt interpreteren.

De beste manier om uw hormoonniveaus te begrijpen, is door uw waarde te vergelijken met het referentiebereik in het rapport, in plaats van te proberen deze te koppelen aan bloedwaarden uit een andere bron.

Samenvatting:

Speeksel- en bloedtesten meten verschillende dingen, met verschillende gevoeligheid en voor verschillende doeleinden. Daarom zijn er verschillende eenheden nodig om correcte en bruikbare resultaten te leveren.

Vergelijking van mineralen- en vitaminenwaarden (volbloed vs. serum/plasma)

Net als bij hormoontesten zijn metingen van mineralen en vitaminen afhankelijk van het soort monster dat wordt gebruikt.

  • Volbloedtesten meten de totale hoeveelheid van een stof, zowel in de rode bloedcellen als in het plasma.

  • Serum- of plasmatesten meten alleen wat er circuleert in het vloeibare deel van het bloed.

Daarom kunnen waarden en referentiebereiken niet direct worden vergeleken of omgezet.

Volbloedwaarden zijn vaak hoger omdat ze ook mineralen omvatten die in de cellen zijn opgeslagen.

Bijvoorbeeld: zink-, magnesium- en seleenwaarden zijn veel hoger in volbloed dan in serum.
Een zinkwaarde van 6,5 mg/L uit een volbloedtest kan hoog lijken vergeleken met serumreferenties (0,7–1,2 mg/L), maar deze tests meten verschillende dingen.

Belangrijk:

Interpreteer resultaten altijd aan de hand van het referentiebereik dat specifiek is voor dat testtype.

Was dit een antwoord op uw vraag?